TECHNIEK: VERCHROMEN
Redacteur Tim Dekkers ging op bezoek bij een chromerij. Met dit oude ambacht maakt men mooi wat lelijk is.
Tekst: Tim Dekkers, foto’s: Tom Haanstra/Target Press
Het Rotterdamse Crooswijk wordt vaak gezien als de enige echte volksbuurt van de havenstad. Middenin de woonwijk zit chromerij Tolenaar, verstopt in een oud pand. Het bedrijf bestaat al sinds 1925 en wordt nu gerund door Mike Tolenaar, die het bedrijf van zijn vader overnam. Pa was in eerste instantie gewoon klant bij de verchromerij en hij had zelf een eigen bedrijf waar hij druk zat mee was. Op een dag beklaagde hij zich of het niet een beetje rapper kon, waarop hij als repliek kreeg: ‘Dan koop jij de zaak toch!’ Om een lang verhaal kort te maken, is dat precies wat hij toen deed.
De jonge Mike was er vaak te vinden.Het ambacht greep hem goed . ‘Ik zag hoe snel iets mooi kon worden, daar raak je toch best aan verslaafd’. Van zijn vader moest hij eerst zijn studie Economisch Management afmaken om wat achter de hand te hebben. Daarna is hij aan de slag gegaan en heeft daar, gezien zijn enthousiaste uitleg, geen seconde spijt van gehad.
FLINTERDUN
Mike wijst naar een ruimte achterin het pand. ‘Daar slijpen en polijsten we.’ De meeste mensen vergeten dat ook dat een onderdeel van het hele proces is, wellicht zelfs het belangrijkste. In ieder geval is dat het meest arbeidsintensieve onderdeel en daarbij vergt het een absoluut gevoel voor ambacht. Een laagje chroom, koper, zink of nikkel is flinterdun, dus iedere oneffenheid in het oppervlak blijf je zien en dat wordt vaak vergeten.
Het is niet anders dan bij veel andere chromerijen, maar waar Tolenaar zich in onderscheidt is het feit dat ze zelfs verchroomde benzinetanks met deuken weer als nieuw kunnen krijgen. Meestal betekent een deuk dat je moet plamuren. Over plamuur kun je niet meer verchromen en meestal is het dan einde oefening voor zo’n gekoesterd tankje. Echter, met wat speciaal gereedschap en een ambachtsman met veel gevoel in de vingers, weten ze bij Tolenaar de deuken er van binnenuit weer uit te krijgen. Daarna is het een zaak van slijpen om het oppervlak te egaliseren en polijsten om de boel spiegelglad te krijgen. Met name in de klassieke bromfietswereld weten ze de weg naar Rotterdam goed te vinden. Tankjes uit binnen- en buitenland komen er bij bosjes binnen.
UITDEUKEN
Niet iedereen levert zijn onderdelen even netjes aan. ‘Soms krijgen we kettingschermen met daarin nog zo’n dikke vetlaag. Die moeten we dan eerst helemaal schoonmaken.’ Na het schoonmaken is het tijd voor het ontchromen en/of ontroesten. Dit gebeurt in het zwavelzuurbad. De onderdelen worden aan de pluspool gehangen en al bruisend zie je roest en chroom verdwijnen richting de loodplaten die aan de minpool hangen. Aluminium gaat in salpeter om oxide- en anodisatielagen te verwijderen.
Tijd om te slijpen. Daarmee kun je zelfs de kleinste deukjes duidelijk in beeld krijgen, waarna het intensieve uitdeuken begint. Ingeval van de tanks wordt uit een enorme selectie zelfgemaakte lepels er eentje gekozen die in de tank past. Die wordt vastgezet in een immense bankschroef. Grote deuken worden er uitgeduwd, kleine deuken worden er met een klein hamertje uitgeklopt. Puur vanuit de hand. Met voorzichtig kloppen luister je waar de lepel zit en daarna kan het uitdeuken beginnen. Daarna weer slijpen, polijsten en vervolgens uitzuren. Zelfs al heb je er alleen met je vingers aangezeten, dan blijft er vet op het oppervlak achter. Dat moet er eerst af en daartoe gaan onderdelen in een bad met zoutzuur.
Volledig ontvet is het dan tijd voor het koperbad, dat is de eerste basislaag die aangebracht moet worden. Na dit bad wordt er weer gepolijst, alvorens over te gaan op het vernikkelen. Na wederom polijsten, nogmaals vernikkelen en nogmaals polijsten is het tijd voor het uiteindelijke chroombad. Wat hier vooral telt, is tijd. Hoe langer in het chroombad, hoe dikker de chroomlaag. Dat is tevens de reden waarom een nieuwe fiets tegenwoordig meteen onder je kont vandaan roest. Hoe korter de productietijd, hoe minder geld het kost. ‘Neem bijvoorbeeld een kettingrand van een Zündapp. Bij een originele duurt het twintig minuten om het chroom eraf te halen, bij een imitatie-exemplaar kost het tien seconden, echt!’ Het is overigens niet een kwestie van simpel dompelen en maar laten hangen. ‘Bij het verchromen zijn er hoog- en laagspanningsgebieden. In holtes wordt minder vloeistof ververst en het chroom wordt juist aan de vloeistof onttrokken.’ Een chroomlaag zal in holtes dus altijd dunner zijn en daarom is het van belang dat de onderdelen goed in het bad komen te hangen en dat ze er bovendien lang genoeg in hangen om ook de laagspanningsgebieden van een afdoende laag te kunnen voorzien. ‘Laagdiktes, daar beknibbel ik niet op’, aldus Mike. ‘Als het er toch al in hangt…’
Da’s het voordeel als je niet in de massaproductie zit.
Natuurlijk doen ze bij Tolenaar wel wat serieproductie, maar ze zijn vooral ook heel veel bezig met particulieren. Delen van fietsen, brommers, motoren, scooters, oldtimers, schepen, designmeubelen, huishoudelijke voorwerpen. Verzin het maar en je kunt er hier mee terecht. En echt niet alleen op ijzer, staal of aluminium. Messing, brons, RVS, plastic en zamak kunnen ook. Erheen met de bijtsporen van de tand des tijds en terug als nieuw. Het blijft bijna magisch.